CharcoTec heeft een duurzaam proces ontwikkeld om houtskool te maken uit plantaardige reststromen. Oorspronkelijk bedoeld voor Azië en Afrika, zoekt het bedrijf nu met een pilotplant naar hoogwaardige toepassingen in Europa. Hiervoor werkt CharcoTec samen in een Interreg-project met Releaf, een onderzoeks- en ontwikkelingsbedrijf uit Oost-Vlaanderen, gespecialiseerd in de verwaarding van groene reststromen. Het doel is de ontwikkeling van biohoutskool als alternatief voor veen in substraten, met name voor de glastuinbouw. Het gebruik van veen als grondstof voor potgrond is de laatste jaren omstreden vanwege de CO2-uitstoot die vrijkomt bij de winning.
Deze toepassing stelt strenge eisen aan de samenstelling van de houtskool, zoals het gehalte aan mineralen en verontreinigingen. In het project onderzoeken CharcoTec en Releaf de mogelijkheden om hieraan te voldoen door voor- en nabewerking van de biomassa en biohoutskool. De markt voor veen in België en Nederland bedraagt zo’n 1,4 miljoen ton per jaar. Als biohoutskool daarvan 10 procent vervangt, betekent dat jaarlijks zo’n 125.000 ton minder CO2-uitstoot.
Alternatief proces
Houtskool was in Europa tot in de jaren dertig van de vorige eeuw in zwang als brandstof. Voor de productie verhitten kolenbranders hout in zogenaamde houtskoolmeilers. Door pyrolyse, een chemische reactie, ontstond daardoor in ongeveer een maand houtskool.
CharcoTec heeft een alternatief proces ontwikkeld voor de productie van kool uit lokaal beschikbare restbiomassa. De pyrolyseoven van hun bedrijf CharcoTec is betaalbaar, heeft een hoge opbrengst en is grotendeels lokaal te produceren. Maar het voornaamste is dat de oven geen schadelijke uitstoot heeft en dat de vrijkomende gassen als energiebron voor het pyrolyseproces kunnen dienen, wat ontbossing tegengaat.
‘We hebben geprobeerd onze technologie in ontwikkelingslanden te verkopen, maar helaas kregen potentiële klanten het niet voor elkaar dat te financieren’, zegt Poldervaart. Daarom hebben hij en Van Doorn ervoor gekozen in Europa te beginnen. Doelstelling daarbij is om agrarische reststromen, die nu vaak dienen als compost, te verwaarden tot kool, onder meer in de vorm van briketten ter vervanging van de klassieke houtskoolbriketten.
Pilotplant
De twee zijn in 2014 in Bosnië begonnen met een pilotplant. Toen het proces goed bleek te werken, hebben ze in 2015 een demoplant in Groningen gebouwd. Deze staat inmiddels in Purmer. Poldervaart en Van Doorn gebruiken de demoplant om te onderzoeken hoe kool van een hoge kwaliteit uit verschillende soorten biomassa is te maken.
De pyrolyseinstallatie in Purmer bestaat uit een brander en twee geïsoleerde zeecontainers. In een daarvan vindt het drogen van biomassa plaats bij een relatief lage temperatuur – minder dan 80 graden Celsius – die wordt bereikt met restwarmte uit de tweede container.
Maaisel als biomassa
Als biomassa gebruikt CharcoTec in Purmer restbiomassa uit verschillende bronnen en met verschillende afmetingen en reststromen uit de landbouw zoals stro, riet, hooi en maaisel. In Nederland is er weinig hout maar jaarlijks komt wel zo’n 1 miljoen ton maaisel van spoorwegkanten, rivier- en kanaaloevers en sportvelden. Dat wordt nu bijna allemaal gecomposteerd, terwijl er met dit proces een waardevolle grondstof van kunnen maken en de stikstofuitstoot tot wel acht keer lager is.